broadgauge-garment
29 mei 2020

stralingswarmte

Hoe mooi infrarood-verwarming (of elektrische verwarming) ook kan zijn, als hoofdverwarming voor een doorsnee woning of kantoor is het vooralsnog ongeschikt. Dit komt door de volgende (bouwfysische) wetmatigheid.

Als mens ervaren we de ruimte-temperatuur voor ongeveer 50% vanuit de omringende luchttemperatuur en voor 50% vanuit de stralings-achtergrond, d.w.z. (grofweg) de warmte die de omringende gebouwmassa uitstraalt. Die beide middelen we in onze beleving als het ware uit. Als u bij een gewoon CV-systeem de thermostaat hoger zet, gaat uw verwarming hard werken om de luchttemperatuur hoger te krijgen. Dit is immers de temperatuur die de thermostaat meet. Met een hogere luchttemperatuur mag de stralingsachtergrond wat kouder zijn. Gaandeweg het opwarmen wordt indirekt ook de gebouwmassa opgewarmd. Dit gaat dan meestal wat trager, maar is de gebouwmassa eenmaal opgewarmd dan geeft dit ook langer stralingscomfort in de achtergrond. Zit u permanent in koudestraling, bijvoorbeeld u bent aan het lezen nabij een erker met grote en hoge ramen, dan zal de luchttemperatuur permanent wat hoger moeten zijn.

Het mooie van infrarood verwarming is, dat de gebouwmassa in eerste instantie niet hoeft te worden opgewarmd. Een goed infraroodpaneel heeft een stralingsrendement van ongeveer 60-75%. De rest van de gebruikte elektrische energie wordt omgezet in warmte en wordt afgegeven aan de omringende omgevingslucht. Dat doet niet zoveel. Maar die 60-75% voelt u direkt en maakt dat de rest van de stralingsachtergrond (de gebouwmassa) letterlijk even naar de achtergrond verdwijnt.

Dit werkt zo op de korte termijn. Op de langere termijn moet de gebouwmassa echter wel degelijk worden opgewarmd, anders is het gelijk koud als u de gang in loopt, of naar het toilet gaat. Als de infraroodverwarming de enige verwarming is, moet al die warmte uiteindelijk elektrisch worden aangemaakt. Dit gaat tegen een COP [Coefficient of Performance, het benuttingsrendement van electriciteit] van 1,00. Een warmtepomp daarentegen zal diezelfde elektriciteit benutten om omgevingswarmte de gebouwgrenzen binnen te hevelen. Dit gaat tegen een COP van ca 4,00 tot 5,00. Weliswaar gaat dit een stuk trager, maar in de basis is een warmtepomp daarmee als hoofdverwarming een factor 4 tot 5 efficiënter. En dat scheelt nogal op de rekening.

Als bijverwarming kan infraroodverwarming zeer geschikt zijn, bijvoorbeeld in de hierboven omschreven erker, of bij gebruik van de badkamer. Als de ruimtethermostaat van het gebouw als geheel hierdoor permanent een graad of twee naar beneden kan, scheelt dat over het hele stookseizoen gezien aardig wat energie. Infraroodverwarming heeft hierbij zeker de voorkeur boven elektrische verwarming; elektrische verwarming heeft een lagere stralingscomponent dan de hierboven genoemde 60-75% voor infrarood verwarming zodat dan alsnog de gebouwmassa teveel gaat worden opgewarmd. Zie verder ook dit artikel in installateursblad Gawalo.


Terug naar het nieuwsarchief.